Wie houdt van bloemen en planten, en graag ‘groene vingers’ wil krijgen, komt al lezend allerlei termen tegen die vragen oproepen. Niet zo gek, als je net binnenkomt in de groene wondere wereld. Daarom deze handige woordenlijst, waarin we je de belangrijkste begrippen uitleggen.
Organismen (wormen, insecten, schimmels, enz.) die in de bodem leven en zorgen voor rijkere grond.
Een plant die overwintert door voedsel op te slaan in een bol, onder of boven de grond.
Een strook of stuk grond met een mooi in kleur afgestemde, gevarieerde beplanting in verschillende hoogten.
Een donkere, kruimelige substantie die bestaat uit plantaardige resten (van groenten, fruit, gras, bladeren, snoeihout) die door micro-organismen bijna tot humus zijn afgebroken. Compost ruikt naar bosgrond, waar dit proces in de natuur plaatsvindt.
Overtollige knoppen of scheuten wegbreken, bijvoorbeeld bij tomatenplanten, zodat de plant energie steekt in het produceren van vruchten en niet in het maken van nieuwe vertakkingen.
Plant met een levenscyclus – van kieming tot zaad – van één jaar.
Vermenigvuldigen door een tak te verenigen met de wortels en tak van een andere plant.
Deel van de tuin waar het niet de hele dag of hele zomer volop zonnig is.
Houtige struik, die zich boven de grond direct gaat vertakken en dus geen stam vormt.
Een wal gemaakt van in de lengte opgestapelde takken en hakhout.
Ook wel het ‘zwarte goud’ genoemd, is het traag afbreekbare deel van het organisch materiaal in de bodem. Humus wordt gevormd door de ontbinding van plantaardig en dierlijk materiaal. Niet hetzelfde als compost: dat is namelijk het resultaat van een door mensen gecontroleerd ontbindingsproces.
Een kruising van twee planten. In de naam is dat terug te vinden door een “x” tussen de naamdelen (bijv. Laburnum x Watereri).
Klein bouwwerk waarin met verschillende materialen schuilplaatsen zijn gemaakt voor insecten als solitaire bijen, vlinders, pissebedden, oorwormen, etc.
Verzamelnaam voor kleine fruitstruiken als bes, braam en framboos.
Is het weghalen van uitstekende delen van een plant (bijvoorbeeld buxus) om die in een bepaalde vorm te krijgen. Haal je daarbij een hele tak weg, dan ben je aan het snoeien.
De plaats op een stengel waar een blad zit.
Het verwijderen van de kruin van een boom.
Een lage, onverwarmde zaaibak bedekt met glas tegen wind en kou, ook wel platte bak genoemd.
Knotbomen waarbij enkele loten langs een stellage in vorm zijn geleid.
Bedekking rond een plant met organisch materiaal ter bescherming en voeding.
De hoek tussen een blad en de stengel waaraan hij groeit.
Een zichtbare verdikking op de tak, waaruit een nieuwe tak kan gaan groeien.
Lage takken weghalen om zo een mooie stam te krijgen.
Bestanddelen in de grond die levend zijn geweest: resten van planten en dieren.
Betekent dat de plant na de winter weer opkomt, maar wel eerst tot op de grond afsterft.
Wat in de vorm van een plant wordt aangeboden en niet in de vorm van zaad.
Een lage zaaibak bedekt met glas tegen wind, ook wel koude kas genoemd.
Nog niet verhoute stengel die maximaal een seizoen oud is.
Is het weghalen of inkorten van hele takken en twijgen. Ook het toppen van planten is snoeien.
Een vegetatie van struiken van 1 tot 5 meter hoog, bijvoorbeeld aan de rand van een bos.
Het weghalen van de top zodat alleen de zijhoofdtakken overblijven.
Leven twee jaar waarbij ze in het eerste jaar een stengel, bladeren en wortels vormen en in het tweede jaar bloeien en zaad produceren. Ze bloeien dus maar één keer.
Het aantal takken in een te dicht takkenstelsel verminderen.
Een niet-houtige, overblijvende zaadplant, die meer dan eenmaal tijdens zijn levensduur kan bloeien én langer dan twee jaar leeft.
Kruisen van soorten en combineren van eigenschappen om te komen tot een nieuwe soort.
In de tuin, dus niet in een pot.
Een scheut die is ontstaan op de onderstam van een boom.
Planten en heesters die de winter overleven; sommigen blijven groen, anderen sterven eerst af of in de lente weer terug te komen.
Het verwisselen van plaats in de grond van eenjarigen, omdat deze niet goed tweemaal op dezelfde grond gedijen.
Geweven zwart plastic dat wel water, maar geen licht en wortels doorlaat.
Een jonge plant die uit zaad is opgegroeid.
Planten die hun zaad laten vallen waar ze staan, in de winter afsterven en in het voorjaar weer opkomen uit hun eigen zaad.
Weet jij nog een goede term voor deze lijst? Mail hem naar: info@homeandgarden.nl
Het beste voor binnen & buiten Bestel de nieuwste Home & Garden Word abonnee