De hoogste tijd om de tuin vertroetelen. Na de winter, zelfs na een gematigde, kan de tuin wel een oppepper gebruiken. Vertroetelen betekent in dit geval vooral mest geven. Maar hoeveel en wanneer doe je dat nu eigenlijk? Mest geef je altijd aan het begin van de lente. ’s Winters is de mest diep weggezakt en onbereikbaar voor plantenwortels. Als planten weer uitlopen kost ze dat veel energie. Daarom kunnen ze nu wel wat krachtvoer gebruiken.
Mest is te koop in verschillende vormen:
• In meelvorm. Op een windstille dag strooien. Licht inharken.
• In kegelvorm. Elke kegel bestaat uit bolletjes gecoate (met een laagje afgedekt) mest. Zodra de bolletjes vochtig worden en de buitentemperatuur stijgt, komt de mest langzaam vrij. Ideaal voor potplanten.
• In geperste korrelvorm. Vlak voor een regenbui strooien en inharken.
• In mini-korrelvorm (mini-gran). Door de kleine korrels is de mest goed te verdelen, ook over het gazon.
• Vloeibaar. Elke week gebruiken. Aanlengen in een gieter. Handig voor potplanten.
Compost maken begint bij de bron. In de keuken. Verzamel je verteerbare keukenafval in een compostemmer op het aanrecht. Thee, koffie, schillen en ander groenteafval vormen de perfecte basis voor zelfgemaakte compost. Citrusfruitschillen, gekookt voedsel, vlees en vis mogen niet op de composthoop. Meng het keukenafval met het snoeisel en tuinafval van de borders.
De compost is klaar als het rul en zwart is en naar bosgrond ruikt. Strooi het tussen de planten en een rijke bloei is je beloning.
Zorg wel voor een goede compostbak, die is luchtig zodat er genoeg zuurstof bij het compost komt. Pas de bak aan bij de tuingrootte. Een flinke (moes)tuin produceert voldoende afval voor meerdere bakken. Vul de bakken afwisselend, zodat je altijd verse compost hebt.
Een teken dat het wel goed zit met de bodem: vette pieren die omhoog kronkelen als je aan het scheppen bent. Wormen zijn de beste tuinmannen die je kunt wensen Ze graven zich diep de grond in, eten die op, scheiden hem weer uit en maken zo de grond losser. Plantenwortels wortelen dieper en beter vertakt in deze omgewoelde grond.
Een plant neemt alleen opgeloste mest op. Geef dus altijd water na het strooien, of nog beter, bemest gazon of tuin vlak voor een regenbui. Meng wekelijks een dop vloeibare mest door een gieter water als je de planten toch water geeft. Een gieter met een fijne broes zoals op de foto hierboven, zorgt voor kleine waterdruppels en een goede verspreiding van de mest.
Plant op sneldrogende stukken in de tuin bodembedekkers, zoals de blauwe maagdenpalm (Vinca minor). Het wintergroene blad bedekt de bodem waardoor minder water verdampt. Meng voor het planten compost of potgrond door de bodem. Dan hoef je geen extra water te geven.
Gebruik voor zelfgekweekte aardbeien en kleinfruit zoals frambozen, aalbessen en bramen, organische biologische mest. Hiermee krijgen ze goede voeding en zijn ze beter bestand tegen plagen en schimmels.
Als je je tuinplannen nog even uitstelt, dan is een groenbemester ideaal. Zaai in het voorjaar bijenvoer Phacelia (zaad via vreeken.nl). Met zijn breed vertakte wortels maakt de plant de grond los en zorgt voor een goede beluchting. Ondertussen vliegen bijen af en aan. In het najaar spit je de plant in de grond. Planten die hierna op deze grond staan, worden nu gevoed door de restanten van deze groenbemester.
Het beste voor binnen & buiten Bestel de nieuwste Home & Garden Word abonnee
